Onderhandelingen over artsenhonoraria: KBV-chef Gassen is "hoopvol"

Berlijn. Dr. Andreas Gassen, algemeen directeur van de Landelijke Vereniging van Wettelijke Zorgverzekeraars (KBV), heeft vertrouwen in de komende tariefonderhandelingen voor 2026. Hij is "hoopvol" dat de KBV en de Landelijke Vereniging van Wettelijke Zorgverzekeraars (GKV-Spitzenverband) in de evaluatiecommissie tot een oplossing kunnen komen, vertelde Gassen woensdag aan journalisten. "Ik ga ervan uit dat we dit zeer objectief zullen aanpakken."
Gassen acht het onwaarschijnlijk dat de zorgverzekeraars de onderhandelingen zullen dwarsbomen gezien de hoge tekorten. "Ik heb in ieder geval geen passage in het Duitse Sociaal Wetboek (SGB V) gevonden die stelt dat er geen verhoging van de referentiewaarde zal plaatsvinden omdat de verzekeraars het geld niet hebben." De verzekeraars hebben juist aangegeven dat ze de gestegen personeelskosten in de praktijken "sneller" dan voorheen willen compenseren.
Strikt juridisch kaderIn tegenstelling tot cao-onderhandelingen is het kader voor de tariefonderhandelingen tussen de KBV en de GKV strikt wettelijk vastgelegd. Het Duitse Sociaal Wetboek (SGB V) regelt welke factoren in aanmerking kunnen worden genomen bij de aanpassing van de referentiewaarde in het EBM.
Wettelijk is eveneens bepaald dat de KBV en de Vereniging van Wettelijke Ziekenfondsen uiterlijk 31 augustus van het lopende jaar overeenstemming moeten bereiken over de hoogte van de referentiewaarde. Indien de Evaluatiecommissie, bestaande uit drie vertegenwoordigers van zowel de artsen als het ziekenfonds, geen overeenstemming bereikt, neemt de Uitgebreide Evaluatiecommissie het over. De onpartijdige voorzitter van de commissie is dan doorslaggevend. (hom)
Arzte zeitung